Crompouce (®?) – een roze sensatie
Afgelopen week was de Crompouce volop in het nieuws.
En vooral de merkenrechtelijke aspecten ervan: kan de bedenker van ‘Crompouce’ optreden tegen vermeende inbreukmakers, nu dit bedrijf het merk heeft geregistreerd? In de media zijn meerdere collega’s geinterviewd over de Crompouce-kwestie. Wij duiken dieper in de aangehaalde argumenten.
Merkrecht Crompouce – beschrijvend of niet?
Een van de advocaten beweerde dat het merk Crompouce beschrijvend is. Immers, het is een aaneenschakeling van de woorden Croissant en Tompouce.
Crompouce is een nieuw woord. Uit de rechtspraak blijkt dat het enige feit dat een woord nieuw is, niet betekent dat het merk over onderscheidend vermogen beschikt. Een merk is niet onderscheidend als direct duidelijk is wat het nieuwe woord betekent. Ten tijde van de aanvraag van het merk, het ‘meetmoment’ voor het onderscheidend vermogen, was dit voor de Crompouce niet het geval. De samenvoeging van woorden in Crompouce is zo gedaan dat de ‘achterliggende’ woorden niet direct duidelijk zijn. Ons inziens: onderscheidend. De merkeninstantie die het merk heeft geaccepteerd dacht er hetzelfde over.
Is Crompouce een soortnaam?
Een andere vraag is of het merk inmiddels een generieke naam is geworden voor het roze baksel, waardoor een merk daarop niet langer mogelijk is. De geïnterviewde advocaat is van mening dat dit het geval is en haalt voorbeelden aan als linoleum en Jacuzzi. Nu wil het feit dat Jacuzzi nog steeds een merk is. In de volksmond betekent Jacuzzi misschien een bubbelbad, maar het bedrijf achter Jacuzzi treedt tegen elk misbruik op. Juist dit voorbeeld geeft de nuance weer in het verhaal: een merknaam wordt een soortnaam door toedoen of nalaten van de merkhouder.
De naam Crompouce lijkt ook op weg een soortnaam te worden. De bakker zal dus volop aan de slag moeten om elk misbruik aan te pakken. Kan de bakker aantonen hier intensief mee bezig te zijn, dan zou zijn merkrecht dit kunnen overleven.
Bij een geheel nieuw product is onze tip om altijd een soortnaam naast je merknaam te bedenken. Mensen willen namelijk een nieuw product kunnen aanduiden. Is er geen soortnaam voorhanden, dan gebruikt men de merknaam. Dat wil je als merkhouder voorkomen.
Modelrecht
Tenslotte hintte een medewerker van het Benelux-Bureau op een modelregistratie van de bakkerij. Het zou kunnen dat de bakkerij de vormgeving van het baksel als model heeft geregistreerd. Een model moet nieuw zijn: het algemene karakter moet verschillen van wat er al bestaat. Gedurende een aanvraag wordt het model hier door de instantie echter niet op getoetst. Het zal in een rechtszaak pas duidelijk worden of het model standhoudt.
In krantenartikelen wordt gesproken over een bakker in Zeeland die naar eigen zeggen het baksel al 20 jaar maakt. Als dit waar is, en het baksel heeft hetzelfde uiterlijk, dan kan de modelregistratie de prullenbak in.
Mag nu niemand meer Crompouce gebruiken?
Dat zal van de inspanningen van de bakker afhangen. Treedt de bakker overal intensief tegen op en kan de bakker dit aantonen in mogelijke rechtszaken als het soortnaam-argument wordt gebruikt, dan kan het beroep op het merkrecht succesvol zijn. Dit zou betekenen dat andere bakkers er van af zullen moeten zien om Crompouce te gebruiken. Wel is het voor de bakker slim om zo snel mogelijk een soortnaam te bedenken die iedereen dan wel mag gebruiken. Zoiets als de tompoucecroissant.
Dit betekent overigens niet dat niemand Crompouce baksels meer mag maken. Ons lijkt dit idee tamelijk gangbaar en niet auteursrechtelijk beschermd. Of een rechter hier in mee gaat, zal de tijd leren.